De wijnkurk versus de schroefdop
Het product kurk wordt al eeuwenlang gebruikt en is afkomstig van de luchtige sponsachtige schors van de zogenaamde kurkeik. Deze bomen kunnen eeuwenoud worden en voor veel wijnkurken zorgen: elke 9 jaar kan de schors van de kurkeik geoogst worden, maar voor wijnkurken (hogere kurk-kwaliteit) is soms wel 25 jaar nodig!
Kurk als natuurlijk product is super milieuvriendelijk en veelzijdig: het kan drijven, absorbeert geluid, houdt warmte en kou tegen, is hypoallergeen, en héél belangrijk voor wijn het is ondoordringbaar voor vloeistoffen en gassen, zoals zuurstof. Ondanks de positieve eigenschappen heeft de natuurlijke kurk voor wijn ook twee belangrijke nadelen. Het proces om wijnkurken te maken is bewerkelijk (de groei van de schors duurt lang!) en tijdens de bewerking van de kurk kunnen er schimmels en bacteriën achterblijven die ervoor zorgen dat de wijn muffig wordt. Dit noemen we ‘kurk’.
Steeds vaker wordt daarom de wijnkurk vervangen door andere materialen, zoals kunststof kurken en schroefddoppen. Voor wijnen die binnen enkele jaren gedronken worden zijn dit inmiddels zelfs ingeburgerde alternatieven. De horeca heeft tegenwoordig bijvoorbeeld een sterke voorkeur voor huiswijnen met schroefdop, doordat deze makkelijk te openen en hersluiten zijn.
Verder is kans op wijn met kurk een kleiner geworden met de komst van de kunststof kurken en schroefdoppen maar ook de wijnfles die afgesloten is met een schroefdop kan kurk hebben door de aanwezigheid van een schimmel of bacterie.